Monitoring is het systematisch volgen van relevante ontwikkelingen. Het hoofddoel van de Klimaatmonitor is het monitoren van de decentrale energietransitie. Op deze pagina leest u wat we onder monitoring verstaan.
De Regionale klimaatmonitor wordt door veel verschillende gebruikers gebruikt. De beoogde gebruikers zijn decentrale overheden. Daarnaast zijn er diverse andere gebruikersgroepen die de gegevens gebruiken bij hun werkzaamheden.
Op de pagina 'Gebruikers' is meer informatie te vinden over de gebruikers van de Regionale klimaatmonitor.
In het Overzicht hergebruik gegevens ziet u voorbeelden van tientallen gebruikers die gegevens en functionaliteiten van de Regionale klimaatmonitor hergebruiken in eigen informatieproducten.
We hebben 50 tot 60 bronnen en methoden opgenomen in dit overzicht. We verwijzen daarin ook door naar de oorspronkelijke brondata en bronbeschrijvingen.
We beschrijven de drie belangrijkste onderwerpen (energieverbruik, hernieuwbare energie en CO2-uitstoot) in een dynamische rapportage. Daarin leest u hoe we deze onderwerpen samenstellen uit diverse datasets. In die rapportages vindt u ook de gegevens voor het door u gekozen gebied.
Daarnaast is ieder onderwerp in de viewer voorzien van een bron- en methodebeschrijving. Deze beschrijvingen en verwijzingen naar de originele brondata staan in het Overzicht bronnen en methoden.
Een deel van de gegevens schatten we bij. Waarom en hoe we dat doen, leest u in de Rapportage Bijschattingen.
De Regionale klimaatmonitorbevat duizenden indicatoren. Deze worden door veel verschillende gebruikers gebruikt. Daarom stellen we de gegevens beschikbaar via verschillende modules. Elke gebruiker kan zo de module kiezen die het best past bij haar of zijn wensen. Ook bieden we een module aan waarin gebruikers met elkaar kunnen communiceren.
Binnen de Regionale klimaatmonitor zijn de volgende modules beschikbaar:
Lees meer over het gebruik van de modules op deze pagina.
Een deel van de gegevens is ook beschikbaar op wijk- en buurtniveau. U vindt een selectie daarvan in de rapportage Wijken en buurten.
In de viewer vindt u de gegevens in de map 'Gegevens op wijk- en buurtniveau'.
Hiervoor moeten 2 url-parameters worden toegevoegd aan de link, die de gewenste gebiedsselectie meegeven:
Deze parameters worden achter de url geplaatst, zoals in onderstaande voorbeelden:
Dashboard CO2-uitstoot:
Hier wordt provincie Groningen geselecteerd:
https://klimaatmonitor.databank.nl/dashboard/dashboard/co2-uitstoot?regionlevel=provincie&regioncode=1
Dashboard Woningen:
Hier wordt gemeente Groningen geselecteerd:
https://klimaatmonitor.databank.nl/dashboard/dashboard/woningen?regionlevel=gemeente&ioncode=14
Regionlevels:
De belangrijkste regionlevels zijn 'gemeente', 'provincie', 'res', 'subres' en 'nederland'.
Regioncodes:
De gewenste regioncode is te vinden, door in de Database het/de gewenste gebied(en) te kiezen. Daarna downloadt u de geselecteerde data , met als keuze 'Metadata'. In de Excel-export die dan gegenereerd wordt, staat ook de regioncode, naast de naam van het gebied of de gebieden.
Voor gemeenten gebruiken we de gemeentecodes (zonder voorloopnullen). Bijvoorbeeld: De gemeentecode van gemeente Groningen is 14 en die van gemeente Eemsdelta nummer 1979. Deze gemeentecodes zijn ook te vinden bij CBS: https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/84929NED/table
Hiervoor moeten enkele url-parameters worden toegevoegd aan de link, die het gewenste onderwerp en de gewenste gebiedsselectie meegeven:
Elektriciteitsverbruik woningen:
Hier wordt provincie Flevoland geselecteerd:
https://klimaatmonitor.databank.nl/jive?var=elwoningen&geolevel=provincie&geoitem=5
https://klimaatmonitor.databank.nl/jive?var=elwoningen&geolevel=gemeente&geoitem=14
Geolevels:
De belangrijkste geolevels zijn 'gemeente', 'provincie', 'res', 'subres' en 'nederland'.
Onderwerpcodes en geoitems:
De gewenste onderwerpcode ('var') en geoitems zijn te vinden, door in de Viewer het gewenste onderwerp en gebied te kiezen. Daarna downloadt u de geselecteerde data, met als keuze 'Metadata'. In de Excel-export die dan gegenereerd wordt, staan de onderwerpcode en de geoitem, naast de naam van het gebied of de gebieden.
De onderwerpcode is ook beschikbaar door met de rechtermuisknop op de titel van het onderwerp te klikken in de Viewer.
Voor gemeenten gebruiken we als geoitem de gemeentecodes (zonder voorloopnullen). Bijvoorbeeld: de gemeentecode van gemeente Groningen is 14 en die van gemeente Eemsdelta 1979. Deze gemeentecodes zijn ook te vinden bij CBS: https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/84929NED/table
Een uitgebreide handleiding voor het meegeven van URL-parameters vindt u via deze link:
https://swing.eu/content/swing-url-parameters
We hebben voor de Regionale klimaatmonitor een Open Data Service ingericht.
Het is binnen deze service mogelijk om de gegevens in de Regionale klimaatmonitor via een API te benaderen. U kunt daarvoor een API-key aanvragen via het contactformulier.
De kosten van deze Open Data service voor decentrale overheden worden gefinancierd door het Interprovinciaal Overleg (IPO). De kosten voor overige gebruikers worden in overleg vastgesteld.
Er zijn geen gegevens over de CO2-uitstoot in 1990 volgens de verbruiksbenadering beschikbaar. De oorzaak hiervan is, dat er geen regionale gegevens over het verbruik van energie in 1990 beschikbaar zijn.
De Emissieregistratie heeft gegevens over de CO2-uitstoot in 1990 volgens de bronbenadering. Een deel van deze gegevens is te vinden in de viewer, namelijk de CO2-uitstoot van Verkeer en vervoer.
In uitzonderingsgevallen publiceren we tijdens kantooruren de database van de Regionale klimaatmonitor, om nieuwe gegevens online te zetten of om fouten te corrigeren. Op dat moment is de Regionale klimaatmonitor enige minuten niet bereikbaar. U ziet dan de melding dat de database ververst wordt.
Mocht u langer of op een andere manier verbindingsproblemen ervaren dan horen wij dat graag. Vermeld u in dat geval de volgende zaken:
Als het u nooit lukt om verbinding te maken: graag het IP-adres van de werkomgeving doorgeven. Deze is te vinden via whatsmyip.com (wij gebruiken een blacklist van IP-adressen, bijv. wanneer een organisatie een onaangekondigde test heeft uitgevoerd).